Zoals het er vandaag (eind oktober 2017) naar uitziet, zal Vlaanderen begin 2019 niet langer 308 maar nog ‘slechts’ 300 gemeenten tellen. Er staan immers zeven fusieprojecten op stapel: zes met telkens twee betrokken gemeenten en één met drie besturen die willen samengaan.
Fusie: van verleden terug naar heden
Wat in Nederland herindeling heet, noemen wij gemeenzaam fusie of samenvoeging van gemeenten. Maar tot voor enkele jaren was fusie eerder een term die naar het verleden verwees, naar de opeenvolgende episodes waarmee in de loop van de twintigste eeuw het aantal gemeenten werd herleid om in 1983 uit te komen bij 589: 308 in Vlaanderen, 19 in Brussel en 262 in Wallonië. De laatste grote fusieoperatie dateert van 1977. Op dat moment daalde het aantal Belgische gemeenten van 2359 naar 596. Zes jaar later volgde dan de voorlopig laatste fase, met de samenvoeging tussen de stad Antwerpen en zeven randgemeenten.
Van fusiebonus…
De Vlaamse regering die van 2009 tot 2014 bestuurde, was van oordeel dat de gemiddelde schaal van de gemeenten te klein was om voldoende bestuurskrachtig te zijn. Daarom werkte ze in 2011 een fusiebonus uit. Die kwam erop neer dat gemeenten die in 2013 zouden samengaan, gedurende enkele jaren extra middelen zouden krijgen uit het Gemeentefonds. Geen enkele gemeente ging op dat aanbod in. Dat had wellicht twee oorzaken. Ten eerste was het woord fusie nog niet echt helemaal uit de taboesfeer gehaald en bestond er nog een pak koudwatervrees om hierover echt hardop na te denken. Ten tweede kwam de maatregel wellicht te laat in de al lopende gemeentelijke bestuursperiode 2007-2012 om nog effect te hebben.
…naar fusiedecreet
De Vlaamse regering die in de zomer van 2014 aantrad, behield het voornemen om vrijwillige samenvoegingen van gemeenten te stimuleren. Dit keer was het regeerakkoord echter een stuk concreter over de wijze waarop gemeenten die de stap wilden zetten zouden ondersteund worden. Zo zou er een fusiedecreet komen met de contouren en procedure voor een samenvoeging, beloofde de Vlaamse overheid gemeenten met fusieplannen structurele inhoudelijke ondersteuning (o.a. met een fusiedraaiboek) én kregen de fusiegemeenten ook zicht op een schuldovername ten bedrage van 500 euro per inwoner, met een maximum van 20 miljoen euro per samenvoeging en 200 miljoen euro voor alle fusies in 2019. Voorts zou de nieuwe gemeente in de eerste bestuursperiode twee schepenen en tijdens de tweede legislatuur één schepen meer mogen hebben dan een gemeente met een gelijkaardig aantal inwoners.
7 samenvoegingen in 2019
In 2016 was het fusiedecreet een feit. Meteen in dat jaar maakten twee keer twee gemeenten bekend dat ze vanaf 2019 zouden willen fuseren:
- Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek
- Kruishoutem en Zingem
In de loop van 2017 kwamen daar nog vijf dossiers bij:
- Aalter en Knesselare
- Neerpelt en Overpelt
- Puurs en Sint-Amands
- Deinze en Nevele
- Lovendegem, Waarschoot en Zomergem
Omdat gemeenten die in 2019 willen samengaan uiterlijk eind 2017 zowel een principiële beslissing op de gemeenteraad moeten nemen (dat is intussen in elk van de zeven gevallen gebeurd) als een definitieve (gebeurd in twee gevallen), is de kans groot dat het voor de samenvoeging van 2019 bij die zeven gevallen blijft. Meer informatie over enkele meer bestuurlijke aspecten van deze geplande fusies zijn beschikbaar op een speciale pagina van de webstek van de VVSG.
En meer op komst
Het is zeer waarschijnlijk dat het hier na 2019 niet bij blijft. De voorbije twee jaar doken in de media nog verhalen op over gemeenten met fusieplannen, al dan niet in overeenstemming met die van de beoogde fusiepartner(s). Bovendien staat in het voorontwerp van decreet lokaal bestuur de mogelijkheid dat de (volgende) Vlaamse regering, net als nu, een deel van de schulden kan overnemen van fuserende gemeenten. Het bedrag is echter (nog) niet bekend. Het decreet lokaal bestuur zal wellicht tegen de jaarwisseling 2017-2018 een feit zijn.
Verschil tussen 1977 en 2017
Het is vandaag te vroeg om een oordeel te vellen over de lopende fusietrajecten. Het aantal is hiervoor te klein, en bovendien bestaat uiteraard de kans dat ze niet allemaal tegen eind 2018 de eindmeet halen. Het is al helemaal te vroeg om te beoordelen of de fusie de gemeenten en hun burgers ook iets zal bijbrengen in de vorm van een betere dienstverlening, een sterker beleid, meer bestuurskracht, een goedkopere bedrijfsvoering, enzovoorts. Wat we vandaag wel weten, is dat het in elkaar schuiven van twee of meer gemeenten zoveel complexer is dan veertig jaar geleden.
Dat heeft verschillende oorzaken:
- België is geëvolueerd van een centraal georganiseerd naar een federaal land, met Gewesten en Gemeenschappen die na zes opeenvolgende staatshervormingen een pak bevoegdheden hebben gekregen, ook met betrekking tot de lokale besturen. Andere bevoegdheden zijn dan weer op het federale niveau gebleven. De aanzet tot fusies en de ondersteuning gebeurt vanuit Vlaanderen. Maar zonder betrokkenheid van het federale niveau voor bijvoorbeeld de organisatie van de politie- en hulpverleningszones en zaken zoals het rijksregister, burgerlijke stand en de pensioenregelingen is een geslaagde samenvoeging niet mogelijk.
- Er zijn veel meer betrokken entiteiten in vergelijking met toen: er werden intussen politiezones (2002) en hulpverleningszones (2015) opgericht en gemeenten nemen deel aan veel meer samenwerkingsverbanden dan toen. Een fusie raakt uiteraard aan die structuren. Niet alleen als fuserende gemeenten tot verschillende entiteiten behoren, maar ook als ze deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband.
- Een fusie van gemeenten impliceert automatisch ook een samenvoeging van de bijhorende openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Die OCMW’s zijn met veel meer dingen bezig (o.a. woonzorg, thuiszorg, schuldbemiddeling, trajecten naar werk, lokale dienstencentra) dan hun voorgangers – de Centra voor Openbare Onderstand – in de jaren ’70. En daar komt nog iets bij. Als gevolg van het geplande decreet lokaal bestuur worden gemeenten en OCMW’s tegen 2019 overal in Vlaanderen politiek en ambtelijk verregaand geïntegreerd. Gemeenten met fusieplannen zitten dus met een dubbele integratiebeweging.
Over de auteur
Jan Leroy is Directeur Bestuur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Lees ook
Over Herindeling.nl
Herindeling.nl is hét expertisecentrum voor politici, bestuurders, gemeentesecretarissen, directeuren, managers en medewerkers betrokken bij een herindeling of geïnteresseerd in het hoe, wat en waarom van herindeling.
Wij helpen u graag
SeinstravandeLaar, organisatieadviseurs voor de publieke sector, is initiatiefnemer van Herindeling.nl. Met kennis van en ervaring met herindeling helpen wij u graag bij de volgende stap in uw proces.