‘Ravijnjaar’ 2026 is in aantocht: een jaar waarin vier op de vijf Nederlandse gemeenten in de rode cijfers dreigen te raken. Kleine gemeenten worstelen nu al met hun zware maatschappelijke takenpakket. Is dit een opmaat naar gemeentelijke herindeling?
Een financiële ramp kan het worden: 2026 wordt al het ‘ravijnjaar’ voor gemeenten genoemd. Na 2025 krijgen alle gemeenten minder geld uit hun belangrijkste inkomstenbron: het gemeentefonds van de rijksoverheid. En dat terwijl het nieuwe systeem pas in 2027 wordt ingevoerd.
Door dat ‘ravijn’ verwachten gemeenten in 2026 een gezamenlijk
tekort van 1,1 miljard euro, becijferde accountantsorganisatie BDO. De accountants voorspellen dat 280 van de 342 gemeenten (ruim 80 procent) in 2026 en 2027 met een tekort in de begroting kampen.
Ondertussen is daar het zware maatschappelijke takenpakket dat gemeenten onder hun hoede hebben, zoals jeugdzorg, armoedebeleid, energietransitie en woningbouw. De vraag is dan ook of kleine gemeenten in staat blijven om de grote maatschappelijke taken uit te voeren. Hoe houden ze hun hoofd boven water?
In Brummen (ruim 21.000 inwoners) is daar een discussie over ontstaan. Deze gemeente kampte al eerder met financiële problemen, waardoor zij onder financieel toezicht van de provincie Gelderland kwam te staan. Het komend jaar gaat Brummen vijf scenario’s onderzoeken. Van zelfstandig blijven tot samenwerken met een of meerdere gemeenten, een fusie of een herindeling. De inwoners van Brummen kunnen daarover meepraten.
Uitbesteden of samenwerken
Minder geld vanuit het Rijk is slechts een van de uitdagingen die er op de gemeenten afkomen, zegt Marcel Boogers, bijzonder hoogleraar Democratie en Transitie. Ze kampen daarnaast met een ambtenarentekort door krapte op de arbeidsmarkt. En dat is vooral bij kleine gemeenten een probleem, zegt hij.
,,Kleine gemeenten zijn vaak minder aantrekkelijke werkgevers dan grotere, doordat ze minder middelen hebben en minder doorgroeimogelijkheden. Kleine gemeenten vinden daardoor lastiger arbeidskrachten en dat telt bij andere problemen op.”
Hoe meer je uitbesteedt of samen doet, hoe minder je als gemeente zelf te zeggen hebt
-Marcel Boogers, bijzonder hoogleraar Democratie en Transitie
Om zelfstandig te blijven proberen kleine gemeenten vaak losse taken uit te besteden aan de grote stad, of samen te werken op bepaalde dossiers. ,,Maar hoe meer je uitbesteedt of samen doet, hoe minder je als gemeente zelf te zeggen hebt. Als je dat ver doorvoert, wordt de lokale democratie een lege huls. Gemeenten worden dan generaals zonder leger.”
Zorgen zijn er ook bij de provincies. Zij houden toezicht op de financiën van ‘hun’ gemeenten. ,,We zien dat gemeenten veel op hun bordje hebben liggen’’, zegt woordvoerder Eva Calicher van de provincie Gelderland. ,,Eigenlijk krijgen ze te weinig geld om alles te doen wat ze moeten doen. Er is bovendien een krappe arbeidsmarkt, waardoor het lastig is om vacatures in de ambtelijke organisaties vervuld te krijgen.’’
Fuseren of zelfstandig blijven
In deze regio zijn twaalf van die kleine gemeenten met minder dan 25.000 inwoners. De vraag hoe ze in de toekomst overeind blijven, is in veel van die gemeenten actueel.
In het Overijsselse Olst-Wijhe (ruim 18.500 inwoners) zijn onlangs vier scenario’s onderzocht. Zo kan de gemeente bepaalde taken door andere gemeenten laten doen, of ervoor kiezen ‘strategische dossiers’ of complexere taken in regionaal verband op te pakken. Ook daar is naar de mogelijkheden van fuseren gekeken.
In onze gemeente zit niemand op een fusie te wachten
-Ronnie Niemeijer, Gemeentebelang Olst-Wijhe
Maar dat wordt voor nu gezien als ‘een paardenmiddel’, blijkt uit een adviesnota. ,,In onze gemeente zit niemand op een fusie te wachten’’, zegt fractievoorzitter Ronnie Niemeijer van Gemeentebelangen Olst-Wijhe. ,,Wij zijn ervan overtuigd dat Olst-Wijhe op de lange termijn levensvatbaar blijft. Wel kiezen we ervoor om een ‘netwerkgemeente’ te zijn, die nauw samenwerkt met buurgemeenten.’’
Dat gebeurt nu ook al. Zo werkt Olst-Wijhe op gebied van informatie- en communicatietechnologie (ict) en de onroerendezaakbelasting (ozb) samen met buurgemeente Deventer. ,,Ik kan me voorstellen dat we op gebied van toerisme samenwerking zoeken met Heerde, aan de andere kant van de IJssel. Zij hebben daar meer kennis en ervaring op dat gebied.’’
Gebrek aan draagvlak
Ook voor de kleinste gemeente in deze regio – Hattem, met ruim 12.500 inwoners – is het ‘ravijnjaar’ geen aanleiding om zelfstandigheid te heroverwegen. Jarenlang koerste Hattem af op een fusie met Heerde en Oldebroek. Wegens gebrek aan draagvlak ketste dit af.
Wel werken de drie Veluwse gemeenten nauw samen op gebied van ict, juridische zaken, belastingen en het sociaal domein. ,,Dat maakt ons minder kwetsbaar’’, zegt woordvoerder Janet Veenstra namens Hattem. ,,Op andere thema’s werken we ook samen met Elburg en Nunspeet.’’
Lokale kaart is veranderd
In het verleden hebben we al flink wat herindelingen gezien, zegt bijzonder hoogleraar Marcel Boogers, waardoor de lokale kaart flink is veranderd. Heel kleine gemeenten bestaan nog wel. ,,Maar ik kan me voorstellen dat die stevig aan het nadenken zijn over hun bestuurlijke toekomst”, zegt Boogers.
En dat moet ook wel, want gemeenten staan voor forse bestuurlijke opgaven, van zorgvernieuwing tot woningbouw. ,,Op veel terreinen moet een hele hoop gebeuren met beperkte middelen en mensen.” En dat in een tijd waarin de samenleving kritischer kijkt naar of zij nog wel waar krijgen voor hun belastinggeld. ,,Kortom, de financiële uitdaging is maar één van hun problemen.”
Cultuur en identiteit
Maar behalve Brummen denkt vrijwel geen enkele gemeente hardop na over een fusie. Samenwerken is het credo. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Urk (bijna 22.000 inwoners). Deze gemeente ligt ingebed in de grotere buurgemeente Noordoostpolder. Zowel Urk als Noordoostpolder zegt te hechten aan de eigen ‘identiteit en cultuur’. Die willen ze behouden en koesteren.
Wel gaan deze Flevolandse buurgemeenten nauwer samenwerken op grotere dossiers zoals woningbouw, infrastructuur, huisvesting van arbeidsmigranten en duurzaamheid.
Bron: De Stentor (Jenda Terpstra, Niek Megens)
Geplaatst door: & Van de Laar